Heemtuin in de Goudse Hout
De kruiden- en bloementuin op de heemtuin Goudse Hout op 12 juli 2012.
Een van mijn favoriete plekjes in het Groene Hart is de heemtuin in het Goudse Hout. De heemtuin is een op oorspronkelijke wijze ingericht terrein van 3,5 hectare midden in het Natuur- en recreatiegebied de Goudse Hout. De heemtuin bestaat uit verschillende landschapssoorten, die samen een indruk geven over hoe het Zuid-Hollandse veenweidegebied er uit ziet of gezien heeft. Door verstedelijking, andere landbouwmethoden en ontwatering zijn veel van soorten die in dit landschap thuishoren verdwenen. In de heemtuin Goudse Hout wordt de natuurlijke rijkdom en verscheidenheid van het oorspronkelijke veenweidegebied zoveel mogelijk in ere hersteld. Het gebied is een mooie overgang tussen stad en platteland. Het ligt pal naast de woonwijk Achterwillens en vlak bij de Reeuwijkse Plassen en bezoekers hebben vrij toegang van zonsopgang tot zonsondergang.
Het heempark is niet alleen een oase van rust, maar doet ook zijn eer aan door het voorkomen van een groot aantal soorten planten. Inmiddels heb ik al meer dan 150 soorten kunnen onderscheiden waarvan het grootste deel ook gefotografeerd. Kruidachtigen en andere fraaie bloemplanten, maar ook wilde (zeldzame) planten in een stukje aangelegd schraalland kleuren het gebied. De aanwezigheid van de vele bloeiende planten trekt een rijke insectenwereld aan. De aanwezigheid van diverse soorten libellen, dagvlinders, hommels, bijen, zweefvliegen en andere soorten insecten kan U tijdens een bezoek bijna niet ontgaan.
De kruiden- en bloementuin op de heemtuin Goudse Hout
op 13 april 2012.
De kruiden- en bloementuin op de heemtuin Goudse Hout
op 23 juni 2012.
Macro-opname van een gewone schorpioenvlieg.
Schorpioenvlieg
Wie het kleine niet eert is het grote niet weert is een bekend spreekwoord. Dat zou in dit geval kunnen slaan op het insect dat ik bij toeval ontdekte, toen ik een plant aan het fotograferen was in de heemtuin in de Goudse Hout. Ongeveer 2 cm lang, maar met een mooie tekening van de vleugels en met lange sprieten. Regelmatig werd het achterdeel omhoog gekruld. Een paar macrofoto's gemaakt omdat ik niet wist welk insect het was, en thuis in de boeken de naam er van opgezocht.
Mannetjes schorpioenvliegen hebben een verdikt achterlijf wat omhoog steekt, net zo als een schorpioen dat doet bij gevaar. Het insect is echter absoluut niet gevaarlijk. Ze eten vooral dode insecten en honingdauw (zoete uitscheiding van bladluizen). In Nederland komen vijf soorten schorpioenvliegen voor en de gewone is de algemeenste. Ben er eens op gaan letten. En dat ze algemeen zijn bleek wel op deze dag, ik kwam er diverse tegen in de heemtuin in het Goudse Hout, maar later ook in en rond het Reeuwijkse Plassengebied.
Fotoboek: heemtuin en Goudse Hout
Plantenwereld in de heemtuin
Onderstaande planten heb ik in de loop der jaren gefotografeerd in en nabij de Stinzentuin van de heemtuin in het Goudse Hout. De heemtuin is een gebiedje van 3,5 hectare waarbij getracht is dit op zo'n oorspronkelijk natuurlijke manier ingericht te zijn midden in het recreatiegebied de Goudse Hout. De heemtuin bestaat uit verschillende landschapssoorten, die samen een indruk geven van hoe het Zuid-Hollandse veenweidegebied er uit ziet of ooit gezien heeft. Door verstedelijking, andere landbouwmethoden en ontwatering zijn veel van deze landschapssoorten verdwenen of sterk achteruit gegaan. In de Heemtuin Goudse Hout wordt de natuurlijke situatie en de diversiteit van het oorspronkelijke veenweidegebied zoveel mogelijk ter vergelijking in ere hersteld. Het gebied is een mooie overgang tussen stad en platteland. Het ligt pal naast de woonwijken Achterwillens en Goverwelle en grenst vrijwel aan de Reeuwijkse Plassen.
Keizerskroon in bloei (Fritillaria imperialis) in de heemtuin. Is familie van de kievitsbloem (Fritillaria meleagris). Deze twee soorten werden al in de 17e eeuw massaal als sierplant gekweekt hetgeen wordt bewezen door de vele antieke tegels waarop de voorstellingen van deze twee bolgewassen staan afgebeeld. Zie hieronder.
Foto rechts: Tegel met een kievitsbloem. Ca. 1620/1640. Vervaardigd bij de tegelfabriek DE SWAEN in Gouda.
Foto links: Tegel met een keizerskroon. Ca. 1620/1640. Vervaardigd bij de tegelfabriek DE SWAEN in Gouda
Foto links: Gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon). Deze plant verwildert heel gemakkelijk en dat is ook goed te zien.
Her en der kom ik deze plant tegen in (half)natuurlijke situaties, meestal in de buurt van tuinen.
Foto rechts: hondstand (Erythronium Spec). De bloemen lijken wel op die van een cyclaam. Van oorsprong komt deze plant uit Siberië
en Zuid-Europa. Deze soort kent veel kruisingsvormen.
Foto links: muskuskruid (Adoxa moschatellina). Muskuskruid hoort tot onze zogenaamde schaduwflora.
Foto rechts: Een Wilde cyclaamsoort (Hederifolium spec). De cyclaam kennen we als kamerplant, maar ze zijn er ook als tuinplant. Er groeien er ook een paar in de heemtuin Goudse Hout. Die hebben kleinere bloemen dan de vensterbankvariant.
Foto links: Daslook (Adoxa moschatellina). De naam daslook kan afgeleid zijn van dassen, die vroeger onder deze planten hun hol hadden.
Foto rechts: Wilde- of boshyacint hyacint (Hyacinthoides non-scripta, synoniem: Scilla non- scripta). De soort groeit in het wild alleen in oude bossen en wegens haar grote zaden zaait ze zich slechts uit in haar onmiddellijke omgeving. Door het planten in tuinen van de Spaanse hyacint (Hyacinthoides hispanica) ontstaat er in toenemende mate hybridisatie.
Wildemanskruid (Pulsatilla vulgaris). Tot 1968 groeide de plant in Nederland langs de Gelderse Yssel.
Het wildemanskruid staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als niet meer aanwezig in Nederland.
De plant wordt echter wel toegepast als sierplant zoals ook op de heemtuin in het Goudse Hout.
Bolderik (Agrostemma githago) is een plant uit de anjerfamilie die van nature in akkers voorkomt.
Bolderik staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en is erg afgenomen. In Nederland komt hij van nature voor in het rivierengebied, in Twente en in Zuid-Limburg. Bolderik wordt tegenwoordig ook in eenjarige bloemenweiden uitgezaaid en in sier- en heemtuinen gekweekt. De zaden van deze plant zijn giftig en dat vormde in het verleden een probleem in graanakkers. Vroeger werden de zaden samen met het graan mee geoogst en bij onvoldoende schoning mee gemalen, waardoor het graanmeel giftig werd en tot maag- en darmproblemen kon leiden.
Waar vind je zulke zeldzaamheden nog wel? In de Goudse heemtuin dus. Roggelelie, bolderik, korenbloem, gele ganzenbloem, reukloze kamille, grijskruid, grote klaproos. Ze zijn allemaal verdwenen uit de akkers of in ieder geval in Nederland zeldzaam! Zaaizaadschoning, onkruidbestrijdingsmiddelen en snellere vruchtwisseling zijn een paar oorzaken. Hoge mestgiften en maïs kregen we er voor in de plaats. In de omgeving van Reeuwijk ken ik nog een paar akkers, akkerranden en (kunstmatige bijgehouden) bloemweiden waar elk jaar korenbloemen, klaprozen en kamille groeien maar veel meer aan soorten vind je er niet.
Gele ganzenbloem (Glebionis segetum, synoniem: Chrysanthemum segetum) in de heemtuin.
Deze akkerplant groeit in extensief beheerde akkers.
Blauwgraslandje op de heemtuin
Vroeger was een flink deel van het vrijwel onbemeste veenweidegebied in West-Nederland zo schraal van vegetatie dat het bekend stond als blauwgrasland. Van al die zeldzame schraallandplanten die daar groeiden is vrijwel niets meer van over, op een paar reservaten na. Op de heemtuin is een stukje grasland aangelegd wat een goed beeld geeft van de rijkdom van dit type grasland van vroeger. Er wordt niet bemest, laat gemaaid en de grondwaterstand wordt vrij hoog gehouden wat belangrijke groeivoorwaarden zijn voor de aanwezige flora.
Overzicht van het blauwgrasland. Foto: 22 juni 2013. De voorgrond kleurt een beetje groen-blauwig, het kenmerk
voor het zgn blauwgrasland.
Zelfs de zeer zeldzame klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe) heeft zich (met de hulp van de mens) gevestigd
in het schraallandje van de heemtuin. Foto 15 juni 2012.
Nu nog de vestiging van het gentiaanblauwtje, een dagvlinder die voor zijn levenswijze gebonden is aan klokjesgentiaan. Dat zou de biologische wereld in Nederland behoorlijk op zijn kop zetten. Maar de kans daarop is zo goed als uitgesloten, of het zou moeten gaan met de hulp van een bioloog die wat experimenteert met 'natuur'.