Evaluatie
Globale ecologische ontwikkelingen periode 2017-2024 polder Oukoop
2017-2022
Weidevogels:
In deelgebied Negenviertel vrijwel gelijk gebleven. In zuidelijk deel Oukoop sprake van afname. In het noordelijk deel noordelijk van het puttencomplex was de weidevogelstand de laatste jaren laag. En dit is nog steeds het geval.
Beweiding met melkvee door biologisch bedrijf Ardy de Goey is door de manier van beweiden (een dag maximaal op een perceel) gunstig voor weidevogelkuikens en het functioneren als kuikenland.
Broedvogels:
Moerasvogels als rietzanger, kleine karekiet en rietgors doen het goed door de aanleg van sloten en natte delen waardoor het broedbiotoop is vergroot. Zelfs de blauwborst heeft zich al als broedvogels laten zien.
Vegetatie:
De ongeplagde oevers worden wel wat bloemrijker (opvallend veel moerasrolklaver) maar het aandeel pitrus is erg hoog. Door het gevoerde messenbalk maaibeheer in de nazomer hebben de oevers zich botanisch wel beter ontwikkeld als in de tijd dat de vijzel en slootkorf werden gebruikt. Het aandeel dominante liesgrasvegetatie in de oevers is afnemende.
De wat bredere geplagde oevers hebben zich ten dele bloemrijk ontwikkeld door inzaaien. Maar niet alle oevers zijn in 2017 voldoende laag geplagd en/of ingezaaid waardoor de resultaten beter kunnen. Daarom worden er nu (juli 2022) oevers opnieuw geplagd en ook wat dieper waardoor de kansen voor moerasplanten worden vergroot. Er zal opnieuw worden ingezaaid met streekeigen zaden van het schraallandtype.
Waterkwaliteit:
De kwaliteitssoort waterplant krabbenscheer komt voor in Oukoop maar lijkt zich niet uit te breiden. Zeker niet in sloten die een sterk doorstroming hebben van polderwater. Groot blaasjeskruid groeit inmiddels wel lokaal in het midden van de polder in de sloot langs de Oukoopse Dijk. Opvallend: op plekken waar de waterstroming stagneert of wordt afgekneld doen de genoemde soorten het beter.
De waterkwaliteit moet beter. De inlaat en doorspoeling met voedselrijk water vanuit de Enkele Wiericke belemmert een gezonde en goede waterkwaliteit en waterplantengroei..
2022-2024
Weidevogels:
In deelgebied Oukoop Negenviertel vrijwel gelijk gebleven tot in 2024 zelfs wat toegenomen voor grutto. In het zuidelijk deel polder Oukoop in beheer bij de Goey sprake van verdergaande afname weidevogels. In het noordelijk deel (noordelijk van het puttencomplex) was de weidevogelstand de laatste jaren laag. En dit is nog steeds het geval. Soorten als grutto en tureluur broeden hier vrijwel niet meer (2024). Opvallend daarbij is dat in de aangrenzende polder Langeweide wel veel weidevogels broeden op een agrarisch bedrijf dat aan agrarisch weidevogelbeheer doet.
Beweiding met melkvee door biologisch bedrijf Ardy de Goey is door de manier van beweiden (een dag maximaal op een perceel) gunstig voor weidevogelkuikens en het functioneren als kuikenland. Dat bleek in het voorjaar van 2024. Diverse grutto's en tureluurs verbleven met de kuikens in al vroeg gemaaide percelen.
Broedvogels:
Moerasvogels als rietzanger, kleine karekiet en rietgors doen het goed door de aanleg van sloten en natte delen waardoor het broedbiotoop is vergroot. Zelfs de blauwborst heeft zich al als broedvogel laten zien. Ook door de sterke toename van rietmoeras (veel toename rietgroei 2022-2024) lijkt het broedbiotoop voor soorten als waterral, roerdomp, purperreiger, snor, bosrietzanger aantrekkelijk te worden. Er zijn in het voorjaar van 2024 zelfs al de eerste waarnemingen gedaan van genoemde soorten die kunnen wijzen op broeden.
Vegetatie:
De ongeplagde oevers zijn bloemrijk (opvallend veel moerasrolklaver) maar het aandeel pitrus is erg hoog. Geen grote veranderingen t.o.v. 2022. Door het gevoerde messenbalk maaibeheer in de nazomer (en het afvoeren van het gemaaide gewas) lijken de oevers zich botanisch goed te ontwikkelen in vergelijking met de periode dat de vijzel en slootkorf werden gebruikt. Het aandeel dominante liesgrasvegetatie in de oevers is afnemende.
De wat bredere en in 2017 geplagde oevers hebben zich ten dele bloemrijk ontwikkeld door inzaaien. Niet alle oevers zijn in 2017 voldoende laag geplagd en/of ingezaaid waardoor de resultaten beter kunnen. Daarom zijn er in juli 2022 diverse oevers opnieuw geplagd en ook wat dieper waardoor de kansen voor moerasplanten worden vergroot. Er zal opnieuw worden ingezaaid met streekeigen zaden van het schraallandtype. Recente informatie over die ontwikkeling is uitgevoerd door SBB: de evaluatie is nog in bewerking.
Waterkwaliteit:
De kwaliteitssoort waterplant krabbenscheer komt voor in Oukoop maar lijkt zich niet uit te breiden. Sterker nog: in augustus 2024 leek krabbenscheer in de hele polder Oukoop verdwenen te zijn, ook de groeiplaatsen uit 2022. De waterkwaliteit moet beter. De inlaat en doorspoeling met voedselrijk water vanuit de Enkele Wiericke belemmert een gezonde en goede waterkwaliteit en waterplantengroei..
8 Juli 2024. Een voorbeeld van twee in 2027 gegraven nieuwe sloten. Nu volledig begroeid met rietmoeras. Het grasland eromheen nog niet gemaaid wat gunstig is voor de factor rust.
Opvallend veel waarnemingen van purperreigers in het voorjaar/zomer in de polder Oukoop.
Met in de 2e helft van Juli en de maand augustus diverse 1e jaar vogels. Niet zeker is of er ook daadwerkelijk gebroed is.
Fotoalbum 8/9 Juli 2024 situatie per perceel (noord >>>>zuid)
Juni 2023 Vervolg natuurontwikkeling in de polder Oukoop
Opnieuw in 2022 afgeschraapte oevers van een eerder gegraven sloot in de polder Oukoop. De slikkige oevers worden bezocht door steltlopertjes. Wat opviel i was dat diverse tureluurs broedend in de aangrenzende polder Langeweide op de percelen van Martin van der Hoeven op deze oevers kwamen voedsel zoeken. De afgelopen winter zijn van vijf sloten de oevers opnieuw afgeschraapt. Foto: 4 juni 2023.
Fotoalbum Mei-Juni 2023 polder Oukoop
Juni/Juli 2022. Vervolg natuurontwikkeling in de polder Oukoop
Rietgroei
In Juli 2018 is riet geplant in de nieuw gegraven sloten. Helaas sloeg de groei niet aan door omstandigheden als droogte en vraat ondanks de beschermende maatregelen die werden getroffen. We zijn nu 4 jaar verder en de rietgroei is in diverse nieuw gegraven sloten toch aardig op gang gekomen. Spontaan.
Plaggen
In Juni/juli 2022 zijn opnieuw op verschillende percelen plagwerkzaamheden uitgevoerd. Verschillende in 2017 geplagde perceeldelen bleken toch niet laag genoeg te zijn geplagd waardoor de gewenste vochtige vegetatietypen zich onvoldoende konden ontwikkelen. Daarnaast zijn ook verschillende nieuwe brede perceeldelen langs sloten verlaagd met als doel de oppervlakte vochtige schraallandvegetatie te versterken. De geplagde stukken zullen worden ingezaaid met streekgebonden natuurzaden om de gewenste vegetatieontwikkeling wat te kunnen versnellen.
5 Juli 2022. Een voorbeeld van massale rietgroei in een nieuw gegraven sloot op een perceel van de voormalige eigenaar van Eijk.
Stein Noord, Lang Roggebroek en Oukoop.
Oevers vroeger en de ontwikkeling biodiversiteit
Tot aan de 70er jaren van de vorige eeuw waren de venige oevers in Stein/Lang Roggebroek en Oukoop veel vochtiger dan tegenwoordig het geval is. In verschillende oevers (die extensief beheerd werden) groeiden tal van relicten van schraallandflora met soorten als kleine valeriaan, sterzegge, blauwe zegge, moerasviooltje, spaanse ruiter en moeraskartelblad. En ook flink wat veldjes van veenmos en haarmos. Omdat het oeverbeheer toen nog vrij extensief werd uitgevoerd (zelfs nog met de hand in de polder Lang Roggebroek zoals door Klaas van de Heuvel) en de oevers vrij vochtig tot nat waren konden genoemde soorten zich redelijk goed handhaven. De overstap naar machinaal onderhoud van de oevers met de vijzel en slootbak door de meeste boeren (behalve Van de Heuvel) betekende een forse afname. De oevers raakten steeds meer begroeid met plantensoorten van voedselrijke omstandigheden vanwege grondroering en werden smaller en droger door de grove manier van onderhoud. Door het gaan gebruiken van de messenbalk door SBB als beheersmaatregel voor het onderhoud van de oevers kwam er verbetering. De afname van soorten in de oever kwam tot stilstand en hier en hier en daar was er weer sprake van herstel. Wel blijft het probleem dat de oevers minder vochtig zijn en het veen steeds meer is veraard als gevolg van grondroering en het sterk wisselen van de waterstand door wisselend peilbeheer en veranderende weersomstandigheden. Te constateren is dat door de steeds warme zomers de oevers ook droger worden hetgeen vooral zichtbaar is door de afname van veenmos en haarmos. In het voorjaar van 2020 werd zelfs geconstateerd dat veenmos volledig verdroogde en ook haarmos het moeilijk had.
Meer lezen over de vroegere rijke natuur in de polder Lang Roggebroek?
Klik op:
Klaas en Ger
15 Juli 2022. Polder Lang Roggebroek botanisch deel. Moerasviooltje in de oever samen met o.a. tormentil, waternavel en zwarte zegge. Geen veenmos en haarmos aangetroffen. Oevers minder vochtig.
Plaggen in relatie tot het waterstandsbeheer en de vegetatieontwikkeling
Vegetatieonderzoek in de polder Oukoop door Freek Mayenburg eind mei 2020/begin juni 2020 van een aantal van die geplagde stroken lieten zien dat er een duidelijk vegetatieverschil viel te zien op minder laag geplagde oevers en lager geplagde oevers. Oevers langs het fietspad tussen Reeuwijk en Driebruggen en langs oevers van Kees Geukes in de polder Lang Roggebroek langs de Twaalfmorgen waren vrij diep geplagd en ingezaaid met een kruidenrijk schraallandmengsel. Uit de vegetatieopnamen bleek dat zich in de laag geplagde oevers al kleine veldjes van veenmos en haarmos hadden ontwikkeld, terwijl dat op de wat meer ondiep geplagde oevers niet het geval was. De zomer van 2020 had een aantal extreem warme dagen en dat was de reden dat de veldjes van veenmos volledig verdroogden en ook het haarmos had het moeilijk door de extreme droogte. De indroging van de geplagde veenbodem verslechterde mede door het aanhouden van een wat lagere oppervlaktewater/grondwaterstand in Oukoop en Roggebroek. Veenmos- en haarmosvorming zijn belangrijke indicatoren als bewijs dat de terreinomstandigheden na plaggen voldoende nat zijn voor groeiomstandigheden van bepaalde schraallandplanten als kleine zeggen, veenpluis, moeraskartelblad, orchissen e.a.
Het is onzeker of de nu wat lager geplagde oevers in Oukoop de gewenste vegetatiekwaliteiten zullen gaan behalen. Ook nu in de 2e helft van Juli is het alweer gortdroog en de pas geplagde oeverstroken liggen er nu al behoorlijk verdroogd bij. De bottleneck zou wel eens kunnen zijn om de waterstand in Oukoop gewenst wat hoger op te zetten zodat de geplagde oevers voldoende vochtig blijven waardoor na inzaai met een schraallandmengsel de kansen voor ontwikkeling van veenmos en haarmos ook mogelijk blijven. Genoemde mossoorten zijn een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van de doelen waarop wordt ingezet. V.w.b. de botanische doelen is de inzet gericht op schraallandsoorten. Daar is voor nodig een vochtige tot natte bodem, onveraard veen dat wordt gevoed door matig voedselrijk water.
Hoewel er in het botanisch door SBB beheerde deel van de polder Lang Roggebroek geen plagbeheer heeft plaatsgevonden is de situatie t.a.v. de ontwikkeling van veenmos en haarmos min of meer hetzelfde. De waterstand van Lang Roggebroek is gekoppeld aan dat van de Reeuwijkse Plassen. De oevers waar in het verleden door extensief beheer zeer interessante schraallandplanten voorkwamen zijn minder vochtig geworden waardoor veenmos en haarmos sterk zijn afgenomen en zelfs verdwenen lijken te zijn. Ook een zeldzame soort en vochtminnende soort als kleine valeriaan komt niet meer voor. Bij een recent bezoek in Juli 2022 door Freek mayenburg werden nog wel moerasviooltje, tormentil, zwarte zegge en snavelzegge aangetroffen. De oevers hebben nog zeker kansen als de oevers voldoende laaggelegen en vochtig zijn. Het huidige peilbeheer van het Reeuwijkse Plassengebied vormt daarbij een belemmering. Een bijkomend probleem is het risico van verzilting van het zoete polderwater door de toename van steeds meer drogere warme perioden als gevolg van klimaatverandering. Een bijkomend probleem is het risico van verzilting van het zoete polderwater door de toename van steeds meer drogere warme perioden als gevolg van klimaatverandering. De huidige vegetatieontwikkeling met daarin gele lis, grote zeggensoorten als scherpe- moeras- en pluimzegge en andere wat hoger opgaande moerasplanten groeiend op wat voedselrijkere en veraarde veenbodems doet het goed, dit mede door het gevoerde maaikorfbeheer. Het slootwater is vrij voedselrijk.
Fotoalbum: Situatie Polder Oukoop Juli 2022
Juli-Oktober 2017. Natuurontwikkeling in de polder Oukoop
Van veel van hetzelfde op naar meer biodiversiteit
Tot aan de 70-er jaren van de vorige eeuw was de polder Oukoop een belangrijk weidevogelgebied en ook de botanische kwaliteiten waren zeer redelijk. Maar die kwaliteiten waren door het intensieve gebruik rond 2010 sterk verarmd, zowel ornithologisch als botanisch. Om het ecologisch netwerk van verbindingszone's tussen gebieden te versterken is de polder Oukoop aangewezen als belangrijke verbindingszone tussen de Nieuwkoopse Plassen en het Reeuwijkse Plassengebied/Krimpenerwaard. Om de natuurwaarden (versneld) weer wat op te krikken is de polder Oukoop in 2017 flink op de schop gegaan. Tussen half Juli en oktober 2017 zijn nieuwe sloten gegraven en oevers geplagd, en verschillende delen van percelen verlaagd zodat ze nat genoeg zouden worden om moerasvorming te laten ontstaan. Een zeer grote klus. Er is ca. 60.000 kuub grond vergraven. De vergraven grond is in het gebied zelf gebleven en werd gebruikt om onvergraven delen van percelen mee op te hogen. In diverse verlaagde vochtige delen zijn natuurzaden ingebracht en in de zomer van 2018 zijn in de natte oevers wortelstokken van riet geplant. Het natuurplan Oukoop is een stukje onderdeel van het realiseren van een natte ecologische zone die loopt vanaf het IJsselmeer tot aan de Biesbosch. Het plan omvat een brede strook grenzend langs de Prinsendijk waar moeras zal gaan ontstaan, terwijl de meer westelijk gelegen gedeelten van de perceeldelen (vroegere huiskavels) grenzend aan de Oukoopsedijk ontwikkeld zullen gaan worden naar bloemrijk grasland met kansen voor weidevogels.
Planvorming noordelijk van het fietspad Reeuwijk-Driebruggen in het noordelijke deel van de polder Oukoop. De groengeel gekleurde perceeldelen zijn verlaagd om te vernatten en zullen worden omgevormd naar rietmoeras. Om dit proces te versnellen wordt er riet geplant.
Inrichtingskaart polder Oukoop van het deel tussen het fietspad (rechts op kaart) en het veenputtencomplex (links op kaart)met de verschillende inrichtingsvarianten zoals het graven van nieuwe sloten met aangrenzend natte oevers (kleuren blauw-geel) en plaggen perceeldelen langs bestaande sloten(kleur bruin). Dit wordt het moerasdeel. Het gedeelte paarsgekleurd heeft als toekomstige bestemming bloemrijk grasland.
Deel inrichtingskaart met linksonder per perceel waar een nieuwe sloot gegraven zal worden en een deel geplagd.
Vergraven perceel even ten noorden van het veenputtencompex van Kruijt met aan weerszijden twee veenputten vroeger gegraven voor turfwinning. Op het middeldeel van het perceel is een sloot gegraven waarna er in de oevers riet zal worden geplant. De bodem op it perceel is maagdelijk zonder enige sporen van een toemaakdek. Foto: 8 augustus 2017.
Fotoalbum: Polder Oukoop: uitvoering werk Juli 2017 t/m oktober 2017
Bodemvondsten. Stukje aardewerk met slib/ringeloortechniek. 17e/18e eeuw. Kleipijp met Abraham gezicht. Omstreeks 1880.
Polder Oukoop: nauwelijks een toemaakdek
Veel polders rond Gouda en Reeuwijk hebben een zgn toemaakdek. Dat is een oude bemestingslaag van stadscompost die in de 16e t/m begin 20e eeuw is toegepast om de veenbodem van mest te voorzien. Mest was immers in het verleden een vrij schaars goedje omdat de boeren maar weinig koeien hadden. Het bemesten van graslanden met dierlijke mest werd daarom aangevuld met stadscompost die ten dele uit menselijke uitwerpselen bestond. Ik was benieuwd in hoeverre er in de polder Oukoop in het verleden ook stadscompost is gebracht. Dus de percelen die inmiddels vergraven waren intensief afgelopen om te zien of er een schervenpatroon aanwezig is, waaruit je kan concluderen dat er een toemaakdek aanwezig moet zijn. Het viel nogal tegen. Maar weinig scherven in de vorm van glasresten, fragmenten van aardewerk en pijpfragmenten aangetroffen. Zeer lokaal waren er twee percelen waar een toemaakdek aanwezig is. Na bestudering van het gevonden schervenmateriaal kan geconcludeerd worden dat er pas vanaf het begin van de 18e eeuw stadscompost is gebruikt als bemesting. .
Het middeldeel van een perceel in het polderdeel Oukoop Noord verlaagd om er rietmoeras te gaan ontwikkelen.
Er was op dit perceel geen toemaakdek aanwezig. Foto: 11 augustus 2017
Fotoalbum polder Oukoop: toemaakdekvondsten
Oukoop: riet planten
Het is 31 juli 2018. De polder Oukoop ligt er gortdroog bij door het langdurige mooie weer zonder regenval. Veel van de nieuw gegraven slootlaagten zijn geheel dan wel vrijwel geheel drooggevallen. In de oeverranden/laagten langs de nieuwe sloten worden wortelstokken van de plantensoort riet geplant. Met behulp van een kraantje worden machinaal gaatjes in de bodem gemaakt waarin stukjes wortelstok van ca. 15-20 cm worden gestoken, waarna het gaatje wordt aangetrapt. Ook worden delen waar het riet wordt geplant begaasd om vraat van ganzen te voorkomen. Met een pomp worden de sloten met een erge lage waterstand na het inplanten gevuld tot een nivo waardoor verdroging wordt voorkomen en de wortelstokken verder kunnen gaan wortelen.
Perceel zuidelijk van het veenputtencomplex. In de begaasde delen zijn wortelstokken van riet geplant. Foto: 31 juli 2018
Fotoalbum polder Oukoop: riet planten Juli 2018
Ontwikkeling rietgroei September 2018
Zo zou het polderdeel van Oukoop noordelijk van het veenputtencomplex er over een aantal jaren uit kunnen zien. De uitgevoerde maatregelen op deze foto dateren van 2012. Op de voorgrond gegraven veenputjes begroeid met riet
Foto: 19 september 2018
Het is nu een jaar geleden dat de uitvoering natuurontwikkeling in de polder Oukoop plaatsvond. De vegetatieontwikkeling op de afgegraven laagten in middendelen van percelen komt al goed op gang zo is te zien op de twee onderstaande foto's van een perceel net gelegen noordelijk van het fietspad. Ook de in augustus 2018 geplante wortelstokken zijn goed aangeslagen, overal zijn groene jonge rietloten verschenen. Op ongeveer 50% van de oppervlakte die vergraven is zijn maatregelen genomen in de vorm van het plaatsen van rasterwerk en linten om rietvraat door ganzen te voorkomen. De andere 50% is niet begaasd. Hier werd op een perceel flinke vraatschade geconstateerd denkelijk door ganzen.
Situatie net na het afplaggen. Foto: 25 augustus 2017
Situatie ruim een jaar later. Foto: 10 september 2018
Geplagde/ verlaagde delen van perceel grenzend aan de noordkant van de Kippenkade. Foto: 9 oktober 2017
Hetzelfde perceel op 4 augustus 2018. Door de grote droogte zijn de twee laagten volledig drooggevallen. Rietstekken zijn geplant en de laagten zijn daarna volgepompt zodat de geplante rietstekken kunnen aanslaan.
De geplante rietwortelstokken beginnen al fink aan te slaan.
Foto: 10 september 2018
Maar ook vraat door vogels aan de geplante rietstekken en het jonge riet. Foto: 10 september 2018
Het jonge riet begint al goed te groeien. Het gaas is aangebracht om vraat door ganzen tegen te gaan en lijkt goed te werken. Foto: 19 september 2018
Natuurontwikkeling Oukoop: Massale wilgenopslag.
Op verschillende percelen achter de boerderijen waar vroeger van Vliet en van Eijk boerden zijn de middendelen van de in het najaar van 2017 gegraven sloten inmiddels al flink begroeid met moerasplanten waaronder grote lisdodde. Een aantal oeverranden is volgelopen met opslag van wilg. Het gaat soms om zeer grote aantallen hetgeen betekent dat hier zich moerasbos zal gaan ontwikkelen. Dit is niet wenselijk vanuit de gekozen doelstelling voor rietmoeras. Bij inzet naar rietmoeras betekent het, dat er actie zal moeten worden ondernomen door het uittrekken van de nu nog gemakkelijk uit te trekken jonge wilgen. Gepland is dat vrijwillige medewerkers van SBB zich hier voor gaan inzetten en inmiddels zijn vrijwel alle plekken met wilgenopslag geschoond .
Het middendeel van de gegraven sloot is inmiddels begroeid met grote lisdodde. Op de oeverranden groeit veel wilgenopslag.
Op de foto's te zien als lichtgroene kleur. Foto: 24 sept 2018
Ook op deze foto is het middendeel van de gegraven sloot inmiddels begroeid met grote lisdodde. Op de oeverranden groeit veel wilgenopslag. Foto: 24 sept 2018
Oukoop: vegetatieontwikkeling in 2018
Geplagde delen
Om de in Oukoop gewenste vegetatieontwikkeling een duwtje in de rug te geven zijn in het najaar van 2017 op verschillende geplagde vochtige plekken natuurzaden uitgestrooid. De opdracht daartoe is verleend aan het Ecologisch natuurzadenbedrijf BIODIVERS. Welke plekken dat waren was goed te zien aan het hier en daar begin augustus massaal paarsbloeiende kattenstaart. Bij een bezoek aan een paar van die ingezaaide perceeldelen op 6 augustus werd duidelijk dat er al flink wat plantensoorten groeiden. Kattenstaart stond massaal in de bloei, maar ook o.a. echte koekoeksbloem (maar al uitgebloeid), moerasrolklaver, wilde berthram, heelblaadje, grote ratelaar en een enkel exemplaar van jacobskruiskruid, koninginnekruid en gevleugeld hertshooi werden gezien. Er vlogen een 5-tal kleine vuurvlindertjes rond die zich tegoed deden aan de nectar van het in bloei staande moerasrolklaver en jacobskruiskruid.
Geplagde en met natuurzaden ingezaaide oeverstrook op het voormalige melkveebedrijf van van Eijk. Foto: 6 augustus 2018
Vegetatie opgehoogde terreindelen
De grote hoeveelheid veengrond die vrijkwam bij het graven van sloten en plaggen oevers is niet afgevoerd, maar op het terrein zelf verwerkt. De grond is verwerkt ter ophoging van perceeldelen grenzend aan de nieuwe sloten en geplagde oevers. Ook zijn enkele wat lager gelegen percelen of delen met de grond opgehoogd. De opgehoogde terreindelen zijn ingezaaid met een grasmengsel bestaande uit Engels raaigras, timothee, beemdlangbloem en veldbeemdgras.
Of het mede door de langdurige droogte is gekomen zou kunnen zijn, maar van grasgroei is nauwelijks sprake. De vegetatie van een paar van die verhoogde delen die ik heb bezocht op 7/8 augustus 2018 wordt in belangrijke mate bepaald door varkensgras en veenwortel, soms aangevuld met forse aantallen ridderzuring.
Landbouwkundig grassenmengsel wat is ingezaaid op verhoogde terreindelen
De vegetatie op het verhoogde middendeel van dit voormalige perceel van van der Bunt bestaat vooral uit varkensgras en ridderzuring. Foto: 8 augustus 2018. Linksachter op de foto de paarse gloed van kattenstaarten. Deze oever is ingezaaid met natuurzaden.
De oevers aan weerszijden van dit voormalige perceel van van der Bunt zijn geplagd en de grond is op het middeldeel aangebracht. De vegetatie bestaat hoofdzakelijk uit varkensgras. Foto: 8 augustus 2018.
Fraisen en inzaaien door een loonwerker. Foto: 8 oktober 2018
Opnieuw inzaaien
Zoals hierboven werd beschreven bestaat de huidige vegetatie op de opgehoogde en ingezaaide delen niet uit grasachtigen zoals de bedoeling was, maar groeit er veel ridderzuring, varkensgras en veenwortel. Niet erg interessant dus als veevoer en gewaswinning.
Daarom is (als proef) een stuk met genoemde ongewenste soorten gefraisd en opnieuw ingezaaid met een grasmengsel. Er wordt gemonitord of hier nu wel een goede grasgroei zal ontstaan.
Ontwikkeling Krabbenscheer en andere waterplanten
De zeldzame groene glazenmaker kwam in 2012 nog voor in de polder Oukoop.
oto: 12 augustus 2012.
Enkele jaren geleden nog kende de polder Oukoop een zeer belangrijke groeiplaats van krabbenscheer. Het was ook de enige in Oukoop die bij mij bekend was. Dat was de brede molensloot lopend vanaf de Oukoopse Dijk naar de waterwipmolen langs de Enkele Wiericke. Helaas verdween de krabbenscheer uit deze sloot door grootschalige baggerwerkzaamheden waarbij geen rekening werd gehouden met de aanwezigheid van krabbenscheer. Door het verdwijnen van de krabbenscheer verdween ook de groene glazenmaker, waarvan diverse exemplaren werden waargenomen.
Inmiddels komt krabbenscheer weer op verschillende plaatsen voor in Oukoop. Het zijn kleine groeiplaatsen bestaande uit enkele tot tientallen exemplaren. Voor een deel zijn de planten door menselijk handelen ingebracht (langs de Oukoopse dijk), maar de groeiplaatsen meer in het centrum van de polder lijken spontaan te zijn ontstaan.
Er is geen intensief onderzoek is gedaan naar waterplanten in Oukoop. Toch kan wel iets gezegd worden over het wel of niet voorkomen van de waterplantenwereld. Gewoon blaasjeskruid, een soort van redelijke goede waterkwaliteit is tot nu toe nog niet gevonden in Oukoop terwijl de soort wel massaal voorkomt in de aangrenzende polder Lang Roggebroek. Slanke waterwaterweegbree komt vrij massaal in een brede sloot op het voormalige bedrijf van der Bund. Kleine egelskop werd op twee groeiplaatsen aangetroffen in sloten bij van Eijk. Aan waterplanten die onder water groeien is echter geen aandacht besteed en het is gewenst dit in de komende jaren mee te nemen in het Pilot-onderzoek.