Voorjaar 2020. Natuurontwikkeling polder Stein 1960-heden. Op de bres tegen negatieve reacties.
Met name vanuit de boerenwereld (die hun eigen landerijen zeer intensief gebruiken) wordt er behoorlijk schamper ja zelfs negatief gereageerd op het huidige beheer en de botanische ontwikkelingen in de verschillende reservaatsgebieden zoals o.a. de polder Stein en Oukoop. Daarom een reactie van mij. Doorgaans laat ik op mijn website alleen de mooie kant zien van het Groene Hart maar voel me nu toch een beetje verplicht een reactie te geven ter verdediging van Staatsbosbeheer die haar uiterste best doet om de bestaande natuurkwaliteiten in dit mooie deel van het Groene Hart te behouden en te versterken. Ik ken de polder Stein en Oukoop al vanuit mijn jonge jaren en natuurlijk, toen was er een groot verschil met de biologische situatie van nu.
Het beheer van de graslanden in de polder Stein/Oukoop was in de 60er jaren nog zeer extensief, de waterkwaliteit was in sommige sloten die niet in verbinding stonden zo glashelder dat je er uit durfde te drinken en er waren dus ook nog geen problemen met stikstof, ammoniak, fosfaat, zure regen en nog een paar van die chemische stofjes waar we nu last van hebben.
Ik kan met mijn huidige leeftijd van 77 jaar en mijn wetenschappelijke kennis goed terugkijken op de ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden. Al vanaf mijn jonge jaren ben ik zeer geïnteresseerd in natuur, eerst als hobbyist en later als medewerker van Staatsbosbeheer waar ik bijna 40 jaar heb gewerkt. De polder Stein ken is al zoals gezegd als mijn broekzak al vanaf mijn jeugdjaren en heb dit poldergebied ook later toen ik bij SBB werkte qua beheer en biodiversiteit-ontwikkeling zeer goed kunnen volgen.
Kort (nou ja kort) samengevat de ontwikkelingen in de polder Stein vanaf de 60er jaren:
--> Beginnend met de 40-er jaren van de vorige eeuw. In het boekje Tussen Lek en Ronde Venen (Eduard van de Voo en Chris van Leeuwen) wordt beschreven dat in april in de polder Stein vele honderdduizenden kievitsbloemen tot bloei kwamen en wat later vele honderden harlekijnorchissen.
--> 60er jaren. Steeds meer eutroof (zeg maar vervuild) rivierwater werd in het voorjaar en zomermaanden in de polder Stein binnengelaten. Dat water leek soms wel karnemelkse pap zo goor zag het eruit herinner ik me . Al een paar dagen na inlaat dreven er vele dode vissen in de sloten.
-->Steeds verdere agrarische intensivering in de 60er/70er jaren. Het gebruik van hooiland met een verlate datum werd losgelaten en men ging de graslanden in Stein steeds meer bemesten en beweiden met melkvee. De drukke spoorlijn die Stein doorsneed was een punt van zorg en dat probleem werd opgelost door de Herinrichting Driebruggen waarbij boerderijen werden verplaatst en gronden werden geruild om efficienter te kunnen boeren.
-->Na de Ruilverkaveling met de naam Herinrichting Driebruggen verkasten of stopten vrijwel alle boeren uit de directe omgeving. Ook zij die land gebruikten in de Stein noordelijk van de spoorlijn en daarvoor in de plaats kwamen boeren die het land pachten van het inmiddels gerealiseerde reservaat polder Stein Noord. Het pachten van dat land werd vooral gedaan om mee te kunnen rekenen voor de mestwetgeving van hun eigen bedrijf wat op die manier gunstig was. Het gepachte land was daarmee soms maar bijzaak (niet voor alle boeren trouwens) en het beheer liet soms te wensen over. Er werd soms zeer laat gemaaid waardoor ongewenste plantensoorten als distels, hardijzers en brandnetels de kans kregen hun zaden te laten vallen en massaal te verschijnen.
--> Het peilbeheer van de polder Stein. In de jaren voor de afronding van de Herinrichting Driebruggen werd er een veel te laag winterpeil aangehouden wat schadelijk was voor het nieuw te vormen reservaat. Na afronding van de Herinrichting Driebruggen en overdracht aan SBB werd het polderpeil verhoogt met een hoog winterpeil en wat lager zomerpeil.
-->Kortom de polder is veranderd van oligotroof (voedselarm) via mesotroof (matig voedselrijk) naar eutroof (voedselrijk). Waarbij nog extra problemen zijn gekomen in de vorm van de vele broedende zomerganzen en de exoot Amerikaanse rivierkreeft die het aquatische milieu door het massaal voorkomen behoorlijk aan het aantasten is. De waterplantenwereld b.v wordt behoorlijk weggevreten.
--> Zware machine's. Bodemverdichting. Beschadiging bodem. Ideaal kiemplekken storingsoorten
--> Oevervegetatie. Veel biomassa. Verruiging oevers door laten liggen. Kiemplaatsen voor fluitenkruid. Broedplaatsen ganzen.
--> Uitbreiding fluitenkruid. 1/3 deel polder begroeid met fluitenkruid. Broedplaats voor grauwe- en vooral brandganzen.
De fase waar de polder nu inzit is een moeilijke. Negatief en positief wisselen elkaar af.
-->Staatsbosbeheer steekt veel energie in beheer in de vorm van extra maaien en begrazen om storingsoorten tegen te gaan.
--> Positief is de geleidelijke uitbreiding van soorten als pinksterbloem, echte koekoeksbloem, scherpe boterbloem
--> Positief is ook dat dit poldergebied door zijn extensieve gebruik bijdraagt aan een goed milieu in de vorm van het gebruik van een beperkte mestgift en achterwege laten van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen.
--> Het hier en daar massaal optreden van ongewenste plantensoorten wordt
Hooiland met veel pinksterbloem en scherpe- en kruipende boterbloem. Foto: 1 mei 2020
Pitrus
Fluitenkruid en koolzaad
Ridder- en krulzuring
Kale jonker
Grasland: Bloemrijk type met reukgras, pinksterbloem, echte koekoeksbloem
Vegetatieontwikkeling oevers: verruiging
Waterplanten
Graslandbeheer
Maaien
Maaidatum
Zomerganzen
Ganzenbestrijding
Maaien fluitenkruid